View Colofon
Original text "Elogio Del Huracán" written in ES by Alejandro Morellón Mariano,
Other translations
Mentor

Lisa Thunissen

Proofread

Stefanie Liebreks

Published in edition #2 2019-2023

Ode aan de orkaan

Translated from ES to NL by Joep Harmsen
Written in ES by Alejandro Morellón Mariano

Ik heb altijd genoten van het geweld in het alledaagse: bijvoorbeeld een glas dat breekt in het donker. Soms vraag ik me af of deze herinnering wel echt van mij is. Ik kan mijn blijdschap amper bedwingen als ik de scène opnieuw voor me zie: het object dat valt en uiteenbarst en een dof geluid maakt en dan het geroezemoes van stemmen midden in de nacht. Mijn moeder drukt op het lichtknopje, waardoor het mozaïek van scherven oplicht. Haar geopende hand hangt in de lucht, boven mijn hoofd. Het geluid van de klap dat in niets lijkt op het geluid van het glas op de vloer en het gevoel te begrijpen dat alles bij het ritueel hoort. Het geweld dat begint met een glas en eindigt met de pijn die een moeder haar kind toebrengt.

Dat is al jaren geleden en nu is er geen glas meer, geen moeder, geen mozaïek van scherven, niet het kind dat ik was toen ik de pijn van de klap incasseerde. Ik woon nu in Ehio met rest van mijn gemeenschap. Hier, in dit dorp, heerst zowel geweld als harmonie doordat Amalia ons af en toe een bezoek brengt, en we houden allemaal erg veel van Amalia.

We weten wanneer ze weer langskomt omdat de lucht zwaar wordt, omdat de paarden hinniken, of omdat onze kinderen zonder enige reden schreeuwen. Soms zijn de kinderen de eersten die het weten en beginnen ze te huilen, even denken wij dat het is omdat hun tandjes doorkomen of omdat ze moe zijn, totdat de luiken tegen de muur klapperen en de weerhaan op het dak begint te knarsen; pas dan hebben we door dat ze terug is.

Wanneer Amalia eraan komt, waait de rode aarde van de weg op, wervelt rond, en verstuift in de lucht.

Wanneer Amalia eraan komt, heffen twee of drie van ons een lied aan.

Wanneer Amalia eraan komt, slaan we een kruis, bedanken we de wind en haasten we ons om de geschenken buiten te leggen voor ze de plek waar de huizen staan bereikt. In die vijftien maanden sinds haar laatste bezoek hebben we amper tijd gehad om de veestapel aan te vullen, de funderingen te versterken, de muur weer op te bouwen, nieuwe gaten te graven voor de mensen die dit jaar zijn gekomen. Cristian en de jongste dorpelingen hebben de daken van alle huizen verstevigd en met de rest hebben we voor eten en drinken gezorgd. De kinderen hebben gekleurde lijnen op de straat getekend zodat zij de weg kan vinden. Heel het dorp heeft al besloten wat ze willen schenken: geborduurde stoffen en gevlochten haren en kostbare metalen en houten beeldjes en enkele geslepen tanden. Dit jaar zal het gezin van het derde huis hun derde kind schenken, de jongste, die ziek is. Ze geven hem aan haar zodat zij hem optilt en meevoert naar een andere plek waar pijn niet bestaat. Ze zeggen ook, zo heb ik ze zachtjes horen fluisteren na de dorpsvergaderingen, dat ze geloven dat zij, Amalia, de onzichtbare arm van God is.

We zetten alles buiten op straat en we doen echt ons best om het mooi uit te stallen, zodat zij het ziet en het wil meenemen, al neemt ze bijna altijd alles mee. Andere jaren laat ze weleens iets liggen en moet de eigenaar van het offer vertrekken zodat niet de hele gemeenschap in ongenade valt. Dit jaar heeft onze dochter Sally bedacht dat Gianfredo, het kalf, ons offer is, we hebben hem rood geverfd en vastgebonden aan een met bloemen versierde paal. Hij is ietwat zenuwachtig en loeit aan één stuk door.

In de verte kunnen we nog net de laatste bomen zien verdwijnen. We gaan dicht bij elkaar staan, pakken elkaars hand vast en kijken naar haar – een dreigende witte schim die richtingloos voortkruipt, al weten we allemaal dat ze onze kant op komt, dat doet ze altijd. We kijken ook naar de opstuivende aarde, de eerste wagens die de wervelwind worden ingesleurd, de lichtste voorwerpen die in parallelle cirkels van de grond worden opgetild.

‘O, hemelse afgezant, Amalia, vrouwe van alle winden: accepteer onze offers.’ Na het gebed laten we elkaars handen los en sluiten we de dieren op die we nog te pakken kunnen krijgen. Daarna rennen we naar de muur van stenen en beton, ons fort, om te schuilen, en we gaan zo staan dat iedereen een kijkgat heeft om alles te kunnen zien. We blijven bij elkaar en wachten in stilte. We praten niet omdat we het liefst willen horen hoe ze dichterbij komt, het brekende glaswerk, duizenden spullen die stukgaan, het eerste huis dat instort; we horen geschreeuw – zwak, haast krachteloos geschreeuw –, het zieke kind van het gezin van het derde huis. Als we naar het gezin kijken, zien we dat ze huilen en glimlachen tegelijk. Het kan aan mij liggen, maar ik geloof dat ik ook onze Gianfredo hoor, hoe dan ook breekt er een moment aan waarop je alleen haar nog kunt horen. We gaan allemaal nog dichter bij ons eigen kijkgat staan. Niemand wil het missen.

Binnen in Amalia cirkelen alle dingen rond die we buiten op straat hebben gezet: drie koeien, een kalf, vijf paarden, een spel kaarten, een badkuip vol melk, een ziek kind, een beeld gemaakt van fruit, een snaarinstrument, een verzameling boeken, eten en drinken in overvloed; daarnaast cirkelen ook alle dingen rond die we niet buiten hebben gezet, maar Amalia heeft zich alsnog de moeite getroost ze mee te nemen: stukken puin, bomen, wagens, complete huizen, vissen uit de rivier, een paar verdwaalde schapen, wilde zwijnen die wie weet waar vandaan komen, vijf al dode mensen, alsof een wolk van vliegen hun lichamen draagt.

Ze zeggen – ik heb het nog niet mogen meemaken – dat als je er precies onder staat, precies op het punt waar de kracht ontstaat, het is alsof je een tunnel ziet die rechtstreeks met de hemel is verbonden, en dat er op dat moment geen lawaai is, geen wreedheid, er klinkt alleen de muziek van zwevende dingen, en alles vertraagt. Het is een ervaring die je leven verandert en mensen die dat meemaken krijgen meer aanzien onder de dorpelingen. Ooit zou ik het ook graag willen zien, de leegte willen horen en die overdaad begrijpen waarover ze het hebben. Misschien is wat je daarbinnen hoort geen stilte maar een glas dat breekt in het donker en het geluid van een goed geplaatste klap. Ik weet het nog niet. Misschien volgend jaar, wanneer Amalia weer langskomt.

More by Joep Harmsen

Van gedachten veranderen

Maixa raadt me aan om duidelijk te articuleren, maar zonder Britse-kostschoolaccent, om niet te lang bij het theoretisch kader te blijven hangen, om te controleren of de apparatuur werkt voordat ik aan mijn verdediging begin, om me bescheiden op te stellen, om aantekeningen te maken van de vragen en opmerkingen van de commissieleden en om ze uit te nodigen om een hapje te gaan eten in een café. June vindt een café wel erg armoedig en suggereert catering op de faculteit, een citaat van Weber, een half bromazepammetje bij het ontbijt en een ritje in haar auto naar Gasteiz. Ik ga in op het citaat...
Translated from ES to NL by Joep Harmsen
Written in ES by Aixa De la Cruz Regúlez

Aantekeningen over het leven van Frances Donnell

Proloog In 1945 werd Frances Donnell, schrijfster en bekend vogelkweekster, geboren in de Verenigde Staten. In 1983 veinsde ze te zijn overleden aan lupus, de ziekte waardoor ze al sinds haar jeugd werd geteisterd. Maanden na haar gesimuleerde dood ontdekte men dat het slechts een verzinsel was geweest. Na kortstondige ophef, waarover te zijner tijd meer, speelde Frances’ leven zich enkele decennia af in de anonimiteit. We spreken inmiddels over de eenentwintigste eeuw, toen ze aankwam in Spanje, en het ergste van haar ziekte, die zich alleen maar verder had verspreid in haar lichaam, achter ...
Translated from ES to NL by Joep Harmsen
Written in ES by Adriana Murad Konings

Alle dieren van het veld

Zoals gewoonlijk werd ze die ochtend hongerig wakker. Het gekwaak van de eenden die over het dak fladderden trilde door in de muren van de slaapkamer en het meisje ging rechtop in bed zitten. De eenden waren van ver naar het huis van oma komen vliegen, misschien wel van een ander continent. Van de ene op de andere dag hoefde ze niet meer naar school en werd ze naar daar gestuurd, naar haar oma, die naast een meer woonde, kilometers van het dichtstbijzijnde dorp. Het kon niemand iets schelen. Haar ouders wilden meer tijd voor elkaar, of hadden het druk met werk, daar in de stad, dat was niet he...
Translated from ES to NL by Joep Harmsen
Written in ES by Adriana Murad Konings

We hebben altijd in dit dorp gewoond

We zijn verveld. Dat zeg ik tegen mezelf in de spiegeling van het water dat in de trog staat. Er zijn geen koeien meer in het dorp, dus deze drenkbak is van ons, zoals bijna alles om ons heen. Van ons en van niemand. Nagelaten aan wie blijft en zich verzet. Mijn dochter, die stukjes dode bladeren en modder in haar haren heeft, klampt zich aan mijn lichaam vast als een klein dier. De kinderwagen hebben we al lang niet meer gebruikt omdat dat geen doen is op de stenen paden en mijn spieren hebben zich aangepast aan haar, aan haar gewicht en vorm, en hebben nieuwe, atletische, ondenkbare vormen a...
Translated from ES to NL by Joep Harmsen
Written in ES by Aixa De la Cruz Regúlez

Vogels die de toekomst zingen

Hij lijkt een onmogelijke kruising tussen een uil, een vleermuis, een pinguïn en een wasbeer, en heeft een blauwe vacht, grote rode ogen, een gele snavel, geen handen maar twee kleine vleugels die bewegen als je hem aanzet. Gefeliciteerd met je verjaardag, zegt ze. Noa heeft geen spijt van haar aankoop, ook al was hij iets boven haar budget. Ze heeft haar zakgeld tien weken lang opzij moeten leggen om het geld bij elkaar te krijgen, maar nu ze ziet dat hij zo enthousiast is, is ze blij dat ze de bioscoop, het pretpark en zelfs het bowlen met haar vriendinnen op vrijdagen ervoor heeft opgegev...
Translated from ES to NL by Joep Harmsen
Written in ES by Alejandro Morellón Mariano
More in NL

Platvis

Ik drijf met mijn gezicht in het water en houd mezelf rustig. Geen aandacht trekken, geen energie verspillen. Gewoon blijven hangen. Traag, heel traag uitademen. Kleine belletjes die langs mijn wangen kriebelen als ze omhoog ploppen. Op het laatste moment zal mijn lichaam gaan schokken, mijn buik ineenkrimpen om mijn mond te dwingen zich te openen, en op dat moment zal ik vastberaden en rustig mijn hoofd uit het water optillen en een diepe teug lucht nemen. ‘72 seconden!’ zal niemand roepen. Dit is een vaardigheid die je nergens brengt in het leven. Hooguit dichter bij jezelf. Ik zit op de...
Written in NL by Nikki Dekker

Flitsen

In een essaybundel getiteld Zen in the Art of Writing schrijft Ray Bradbury dat hij van zijn vierentwintigste tot zijn zesendertigste zijn tijd doorbracht met het opstellen van lijstjes zelfstandige naamwoorden. De lijst ging ongeveer zo: HET MEER. DE NACHT. DE KREKELS. HET RAVIJN. DE ZOLDER. DE KELDER. HET VALLUIK. DE BABY. DE MENIGTE. DE NACHTTREIN. DE MISTHOORN. DE ZEIS. HET CARNAVAL. DE DRAAIMOLEN. DE DWERG. HET SPIEGELPALEIS. HET SKELET. De laatste tijd is mij iets vergelijkbaars overkomen. Ik kom uit een familie die me een goede opvoeding heeft meegegeven en een goede manier om in het...
Translated from IT to NL by Sandra Verhulst
Written in IT by Sara Micello

De reünie

Genoeg! Ik heb mijn koffer gepakt, het pak in zijn hoes, de schoenlepel erbij, en mijn sleutel ingeleverd. Het is zes uur rijden naar huis, maar de terugweg is altijd korter. Ik draai het raam open en met mijn hoofd in de frisse lucht rijd ik steeds sneller de hoofdweg van de stad af. De lucht, koel door het avondlijke tijdstip en de snelheid, scheert langs mijn wangen en doet me denken aan de ruwheid van de sponsjes die ze gebruiken bij het afschminken. Ik heb een gevoelige huid en kan niet goed tegen de behandeling die nieuwslezers moeten ondergaan om niet als een glimmend spook op het scher...
Translated from RO to NL by Charlotte van Rooden
Written in RO by Alexandru Potcoavă

Vogels vliegen niet over buitenwijken

Deze tekst is afkomstig uit de verhalenbundel Skorosmrtnica, uitgegeven door Geo poetika in 2021. Uit de cyclus ‘Vogels vliegen niet over buitenwijken’ Ieder cultureel centrum in iedere kleinere plaats is veranderd in een winkel waar op de stoep drie of vier mannen in Adibas-slippers aan hun pilsjes lurken. De een zegt politici zijn eikels, de ander gooit er een scheldwoord doorheen, de derde spuugt en de vierde, als die er al is, drukt zachtjes tegen het plaatstalen uiteinde van wat ooit een dakgoot was. Jovan Vokanović, de enige zoon uit een groot huishouden in Demirovac, bijna universita...
Translated from SR to NL by Pavle Trkulja
Written in SR by Ana Marija Grbic

Sonia steekt haar hand op

Hier zijn de mensen zeer achterdochtig. Maar of ze elders wel met open armen was ontvangen, dat zou Sonia niet durven zeggen. De mensen uit zíjn geboortestreek. Die tot het andere kamp behoren. In haar eigen omgeving kent ze geen stellen van eerdere generaties die vrienden en geen vijanden van elkaar zijn, zelfs als ze al een eeuwigheid samen zijn. Er zullen ook wel ergens paren zijn die voor het leven (en daarna) vrienden zijn, maar dat zijn er niet veel, dat zijn enorme mazzelaars en die zijn goed verstopt. En dan weet je, als jong iemand die om zich heen kijkt, vrijwel zeker dat jouw allerl...
Translated from RO to NL by Charlotte van Rooden
Written in RO by Lavinia Braniște

Het tapiocapuddinkje

Die dag dat de zon zo fel scheen dat je haar niet kon zien, werd de lunch aangekondigd door de ronkende motor van het busje van de thuiszorg. De oude man zat onder de vijgenboom, zijn smoezelige hemd hing helemaal open en met een ironisch lachje om zijn lippen kauwde hij op een sigaret. Zijn ogen volgden de Braziliaanse die – met twee grote zweetplekken onder haar oksels en de rug van haar uniformbloesje al even doorweekt – uit de wagen stapte, er een lunchzakje uithaalde en op weg ging naar de aanbouw die dienstdeed als keuken, waar hij meestal te vinden was. ‘Oom João! Oom João!’ De grijns...
Translated from PT to NL by Finne Anthonissen
Written in PT by Daniela Costa