View Colofon

We hebben altijd in dit dorp gewoond

Translated from ES to NL by Joep Harmsen
Written in ES by Aixa De la Cruz Regúlez

We zijn verveld. Dat zeg ik tegen mezelf in de spiegeling van het water dat in de trog staat. Er zijn geen koeien meer in het dorp, dus deze drenkbak is van ons, zoals bijna alles om ons heen. Van ons en van niemand. Nagelaten aan wie blijft en zich verzet. Mijn dochter, die stukjes dode bladeren en modder in haar haren heeft, klampt zich aan mijn lichaam vast als een klein dier. De kinderwagen hebben we al lang niet meer gebruikt omdat dat geen doen is op de stenen paden en mijn spieren hebben zich aangepast aan haar, aan haar gewicht en vorm, en hebben nieuwe, atletische, ondenkbare vormen aangenomen. Ik ben niet langer een slanke vrouw. Ik ben een hefwerktuig.

Het is zaterdagochtend en we zijn net terug van onze strooptocht langs de sloten van de streek waar we zochten naar geneeskrachtige kruiden, die ik heksenkruid noem, zodat het meisje haar afkomst kent, waar ze vandaan komt. Kijk, die misselijkmakende struik is wijnruit; in lage dosering helpt die bij PMS en in hoge dosering is het een krachtig abortivum, een van de meest gebruikte middelen in de tijd dat we in brand werden gestoken omdat we samenspanden tegen onze baarmoeders. Mijn dochter is anderhalf en experts beweren dat ze nog geen mensentaal kan begrijpen, maar plantentaal heeft ze wel geleerd. Zij kan van veraf het fosforescerende oranje van een goudsbloem herkennen, ze weet het verschil tussen het paars van kaasjeskruid en het paars van wilde cichorei, en vandaag is ze uit mijn armen gesprongen en afgerend op een struik die half verscholen lag tussen de bramenbosjes, onbeduidend tussen de eenvormige wildgroei waarmee de natuur ons overdondert, maar tegelijkertijd ging er een onzichtbare aantrekkingskracht van uit, net als bij diepe afgronden. Ik heb nog net kunnen voorkomen dat haar handjes onder het doornappelsap kwamen te zitten. Nee, die niet, liefje. Van doornappels krijg je een bad trip. Ze veroorzaken anterograad geheugenverlies. Burundanga is familie van de doornappel. Wat heksen vroeger gebruikten om te vliegen – door lustopwekkende zalf aan te brengen met hun bezemstelen –, gebruiken mannen nu om ons te verkrachten.

Ze keek me bedachtzaam aan, maar liep niet weg van het gevaar, dus tilde ik haar in de lucht met mijn nieuwe atletenspieren en gingen we terug naar huis. Het is zaterdagochtend en een paar maanden geleden zouden we die doorgebracht hebben tussen de schappen van de Tiger: gummen in de vorm van konijnen, plastic konijnen, plastic plantjes in konijnvormige potten, maar geen konijn te bekennen. Nu komen ze tevoorschijn op het ritme van onze voetstappen; al zigzaggend groeten ze ons en wij groeten terug. ‘Alo.’ Het is het eerste woord van onze gemeenschappelijke taal, en daarom zeggen wij tegen de wilde dieren: Alo, wij zijn geen consumenten of producten meer. Wij zijn zandwegdravers, net als jullie.

Ik zeg dat we zijn verveld omdat we er werkelijk anders uitzien. We zijn net zo dof als gebruikt bestek, zo waardevol als zilver dat niet voor de mooi is. Ik bedoel dat we ons slechts een à twee keer per maand wassen in deze drenkbak met water dat zo steriel is als ijs, dat we functionele skikleding dragen en dat we onbetwistbaar knap zijn omdat er niemand meer is die daar een mening over kan hebben. Als ons haar vies wordt, strooien we er tarwemeel in om het vet te absorberen en dan blazen we heel hard zodat het poeder over ons heen dwarrelt en we net spoken lijken. Sinds we de stad zijn ontvlucht is alles wat we doen een spel. Het droge-bladeren-in-de-tuin-bijeenharkspel. Het struiken-in-de-kas-watergeefspel. Het volgezogen-teken-van-onze-enkels-trekspel. We zijn zoals iedereen zou zijn als er niemand kijkt, maar er kijkt altijd iemand, altijd. Vorige week kregen we bezoek van een vrouw die beweerde coach te zijn bij de gemeente waar we wonen – ik heb gemerkt dat maatschappelijk werkers zich tegenwoordig niet meer als zodanig bekendmaken, net als de geheime politie – en ze gaf ons een paar vijfliterflessen water en een set formulieren om het meisje in te schrijven bij de plaatselijke crèche.

‘Als vervoer een probleem is, dan kan de schoolbus jullie oppikken,’ zei ze, en ik begon vanbinnen te lachen, want als vervoer geen probleem was geweest, zouden we nu niet in een spookdorp wonen. Onze laatst overgebleven buurman, een 87-jarige man die woonde met een setter die hij denigrerend Snol noemde, was naar de stad verhuisd omdat zijn rijbewijs niet verlengd werd en je hier zonder auto alleen je eigen benen hebt. We vonden het niet zo erg want het was een heel onvriendelijke oude man die klaagde dat onze kippen rondzwierven in de huizen die zijn familieleden jaren geleden hadden verlaten, maar onrecht is onrecht, zelfs als het wordt begaan tegen mensen die we niet liefhebben.

‘Ik ben niet van plan het meisje naar school te sturen zolang ze niet leerplichtig is,’ zeg ik tegen de maatschappelijk werkster die beweerde coach te zijn, en zij begon zo nadrukkelijk te knikken dat ze in plaats mijn woorden te beamen, ze leek ze te willen wegjagen.

‘Zal ik jullie wel inschrijven bij de gemeente? Als jullie je registreren, kunnen we het gas, water, licht aansluiten. Dan hebben jullie elektriciteit en stromend water. Dat is toch wel het minste, hè? Ik heb alleen een ID-kaart nodig. Denk om je dochtertje…’

De vrouw sprak ons toe vanuit een hoek van de veranda die is ingenomen door hondspeterselie en ik bedacht dat zij met haar keurige jas en maatschappelijkwerkerstaaltje zo iemand zou zijn die de plant gemakkelijk voor echte peterselie zou aanzien. Ik had een idee, maar hield me in. Ik haalde diep adem en hield me in. Ik deed wat ik altijd tegen mijn dochter zeg als ze ergens pijn heeft: ik tuurde naar het silhouet van de bergketen in de verte en wachtte tot er een gier overvloog. Sindsdien zijn we weer alleen, vrij en zonder vastgelegde identiteit. Onvindbaar. Gisteren zagen we een hagedis met de kleur van jonge scheuten. Het dier stak de modderweg over als een wandelende schietschijf, maar ging op in de omgeving zodra hij het pas ingezaaide veld bereikte. Het deed me stilstaan bij iets dat ik al langer aanvoelde. Dat ik geen vrouw meer ben. Ik ben een dier dat zich camoufleert omdat zijn huid de keerzijde van de aarde is. Met modder die ze uit het bos heeft meegenomen teken ik een klavertje vier op het voorhoofd van het meisje en zeggen we ons spiegelbeeld gedag, want we worden opgejaagd door de stand van de zon hoog aan de hemel, dicht bij de klokkentoren en er zijn nog veel dingen te doen. We moeten de kippen voeren en hout hakken voor het vuur en water koken en een puree opwarmen van groenten die zo hard zijn als de grond hier. Telkens wanneer de avond valt en we een nieuw vuur aansteken, ben ik bang dat de vlammen te hoog oplaaien en dat wat we overdag hebben opgebouwd zal verdwijnen, maar ik weet ook dat deze voorouderlijke angst niet te verhelpen is, het subtiele besef van een lijf dat zich eerdere lijven herinnert die op de brandstapel zijn verbrand, en ik vertel mezelf ook dat ons huis één enkel punt is in een uitgebreid netwerk dat ons verbindt met deze grond, met andere vrouwen en meisjes die weigeren zich bij de gemeente in te schrijven en die de elementen trotseren om het gevaar af te wenden, de chantage van een huisuitzetting. De stad heeft ons verdreven, maar het platteland vangt ons op, omdat zijn traagheid de grenzen tussen wat binnen en wat buiten is doet vervagen. Wij zullen blijven vervellen om de kleur van nieuwe horizonten aan te nemen, maar op de een of andere onverklaarbare manier heb ik het gevoel dat wij altijd in dit dorp hebben gewoond en hier altijd zullen blijven.

More by Joep Harmsen

Van gedachten veranderen

Maixa raadt me aan om duidelijk te articuleren, maar zonder Britse-kostschoolaccent, om niet te lang bij het theoretisch kader te blijven hangen, om te controleren of de apparatuur werkt voordat ik aan mijn verdediging begin, om me bescheiden op te stellen, om aantekeningen te maken van de vragen en opmerkingen van de commissieleden en om ze uit te nodigen om een hapje te gaan eten in een café. June vindt een café wel erg armoedig en suggereert catering op de faculteit, een citaat van Weber, een half bromazepammetje bij het ontbijt en een ritje in haar auto naar Gasteiz. Ik ga in op het citaat...
Translated from ES to NL by Joep Harmsen
Written in ES by Aixa De la Cruz Regúlez

Aantekeningen over het leven van Frances Donnell

Proloog In 1945 werd Frances Donnell, schrijfster en bekend vogelkweekster, geboren in de Verenigde Staten. In 1983 veinsde ze te zijn overleden aan lupus, de ziekte waardoor ze al sinds haar jeugd werd geteisterd. Maanden na haar gesimuleerde dood ontdekte men dat het slechts een verzinsel was geweest. Na kortstondige ophef, waarover te zijner tijd meer, speelde Frances’ leven zich enkele decennia af in de anonimiteit. We spreken inmiddels over de eenentwintigste eeuw, toen ze aankwam in Spanje, en het ergste van haar ziekte, die zich alleen maar verder had verspreid in haar lichaam, achter ...
Translated from ES to NL by Joep Harmsen
Written in ES by Adriana Murad Konings

Ode aan de orkaan

Ik heb altijd genoten van het geweld in het alledaagse: bijvoorbeeld een glas dat breekt in het donker. Soms vraag ik me af of deze herinnering wel echt van mij is. Ik kan mijn blijdschap amper bedwingen als ik de scène opnieuw voor me zie: het object dat valt en uiteenbarst en een dof geluid maakt en dan het geroezemoes van stemmen midden in de nacht. Mijn moeder drukt op het lichtknopje, waardoor het mozaïek van scherven oplicht. Haar geopende hand hangt in de lucht, boven mijn hoofd. Het geluid van de klap dat in niets lijkt op het geluid van het glas op de vloer en het gevoel te begrijpen ...
Translated from ES to NL by Joep Harmsen
Written in ES by Alejandro Morellón Mariano

Alle dieren van het veld

Zoals gewoonlijk werd ze die ochtend hongerig wakker. Het gekwaak van de eenden die over het dak fladderden trilde door in de muren van de slaapkamer en het meisje ging rechtop in bed zitten. De eenden waren van ver naar het huis van oma komen vliegen, misschien wel van een ander continent. Van de ene op de andere dag hoefde ze niet meer naar school en werd ze naar daar gestuurd, naar haar oma, die naast een meer woonde, kilometers van het dichtstbijzijnde dorp. Het kon niemand iets schelen. Haar ouders wilden meer tijd voor elkaar, of hadden het druk met werk, daar in de stad, dat was niet he...
Translated from ES to NL by Joep Harmsen
Written in ES by Adriana Murad Konings

Vogels die de toekomst zingen

Hij lijkt een onmogelijke kruising tussen een uil, een vleermuis, een pinguïn en een wasbeer, en heeft een blauwe vacht, grote rode ogen, een gele snavel, geen handen maar twee kleine vleugels die bewegen als je hem aanzet. Gefeliciteerd met je verjaardag, zegt ze. Noa heeft geen spijt van haar aankoop, ook al was hij iets boven haar budget. Ze heeft haar zakgeld tien weken lang opzij moeten leggen om het geld bij elkaar te krijgen, maar nu ze ziet dat hij zo enthousiast is, is ze blij dat ze de bioscoop, het pretpark en zelfs het bowlen met haar vriendinnen op vrijdagen ervoor heeft opgegev...
Translated from ES to NL by Joep Harmsen
Written in ES by Alejandro Morellón Mariano
More in NL

Frankly, my dear, I don’t give a damn.

Marek gooit me op bed en er lijkt iets door hem heen te schieten wat bij mij in combinatie met hoe hij me vasthoudt een volledig verlies van oriëntatie veroorzaakt, alsof ons bed plots een lawine is waarin hij me begraaft, en ik ben vergeten waar boven is en waar onder. Alles bij elkaar duurt het amper een seconde, zijn druk op mij en hoe hij kijkt, het volgende ogenblik vist hij me alweer uit de lawine en hoewel ik in horizontale positie blijf, is het haast verdacht duidelijk waar boven is en waar onder. En pas nu komt het binnen bij me, nu dringt het tot me door, maar ergens toch ook maar ha...
Translated from CZ to NL by Annette Manni
Written in CZ by Lucie Faulerová

Hommeldal, of wat er is gebeurd in Strmičnik in de looptijd van een weekpasje

Dag 0 Zijn vingers gleden weer bijna als vanzelf naar zijn mobieltje, dat naast zijn soepbord lag. Dat wil niet zeggen dat hij iets ontzettends spannends had verwacht, hij deed het meer uit gewoonte… Telkens als hij thuis op bezoek kwam had hij de datingapp liever uitgezet. En hij wist nog steeds niet zeker of hij dat voor zichzelf en voor zijn familie deed – hij wou ze niet in verlegenheid brengen – of dat hij zichzelf zo beschermde voor het tweedehands ongemak: hij kon het idee niet verdragen de zielige pseudoniemen en triestige, halfwazige foto’s van zijn mededorpelingen te zien, de mensen...
Translated from SL to NL by Staša Pavlović
Written in SL by Agata Tomažič

Ik was het nooit, Maar ben het nu wel. Gevoelig voor elke Weersverandering.

De wind blies de sneeuw eerst, aan de ene kant van het kanaal, in je gezicht, en dan, nadat je de brug over was gegaan, in de rug, wat het hele proces ietwat aangenamer maakte. Als je in die richting liep, kon je het landschap makkelijker bekijken, zonder je ogen toe te hoeven knijpen. Het kanaal was nog niet helemaal bevroren, maar over een paar dagen wel. Dat was zo goed als zeker. Eerst leek het wel gezichtsbedrog, maar algauw werd duidelijk dat een zwaan zich door de halfbevroren oppervlakte probeerde te worstelen, in het midden van het kanaal.      Hij laat al ploeterend een spoor achter,...
Translated from SR to NL by Pavle Trkulja
Written in SR by Marija Pavlović

Het eiland

Nog altijd weet ik niet waar ik op de eilanden naar zocht. Ik weet alleen wat ik heb achtergelaten. Het land dat mijn paspoort heeft verstrekt. De vrouw die me ter wereld heeft gebracht. Spullen die voor geld te koop waren. Een wereld die ik niet in staat was te veranderen. Het zeewater was warm. In de avond glinsterden de golven van het oplichtende plankton. Na jaren reizen verwarde ik de havens tussen de palmen waar ik op de boot stapte. Ik verwarde de namen van de eilanden die begonnen met ko en nusa. Ik verwarde de donkere ogen en de kleurrijke kleding van de andere passagiers. Toch kwam ...
Translated from PL to NL by Charlotte Pothuizen
Written in PL by Urszula Jabłońska

Dagboek

21 augustus  Mijn naam is Erik Tlomm en dit is mijn dagboek. Het schrijven is me aanbevolen door mijn psychiater, blijkbaar om het herstel te bevorderen. Maar tot wie moet ik me eigenlijk richten? Tot hem? Tot mijn vrouw Lina? Hij zal mijn notities toch niet aan haar laten zien? Op mijn twijfels reageerde hij met: ‘Richt u maar tot uzelf.’ Ik heb dus een lederen notitieblokje gekocht en heb me achter mijn bureau gezet om een dagboek te schrijven, maar ik kan me niet onttrekken aan het vreemde gevoel dat ik nog voor iemand anders schrijf – maar voor wie dan?  22 augustus  Laat me mijn eerste d...
Translated from SL to NL by Staša Pavlović
Written in SL by Mirt Komel

Ballingschap

Het bed was als een schip dat de wateren van de nacht doorkliefde. De twee, in elkaars armen, hadden de structuur van een duistere golf, af en toe doorbroken door een lichtstraal. Mysterieus en kalm dobberde het schip, en rondom was er niets dan de aanblik van de eindeloze uitgestrektheid van het water, zonder dat dit angstaanjagend was. Ze hadden elkaar pas kortgeleden teruggevonden.  Soms speelden ze tennis. Soms dronken ze zelfs een biertje na afloop. Dergelijke vergankelijke vriendschappen ontstonden vaak tussen de eenzame loontrekkers die naar deze stad waren overgeplaatst. Over het alge...
Translated from RO to NL by Jan Willem Bos
Written in RO by Anna Kalimar