View Colofon
Original text "Ortensio" written in IT by Maurizio Amendola,
Other translations
Published in edition #1 2017-2019

Ortensio

Translated from IT to NL by Lies Lavrijsen
Written in IT by Maurizio Amendola

Volgens hem bestaat de wereld uit lijnen. Geen evenwijdige lijnen, het  maakt hem niets uit waar ze samenkomen. Wat telt is de ruimte ertussenin,  en wat die ruimte vult, wat geboren wordt en sterft in de tijd die ze onver anderlijk en denkbeeldig vastlegt in de geest van de eenzame waarnemer. 
De horizon die de hemel scheidt van de baai van Sant’Eufemia is een  lijn. Bij een heldere zonsondergang lijkt de Stromboli vaak dichterbij. Hij  ziet eruit als een bijna zwarte piramide, van de top stijgt een grijze rook pluim op, die Ortensio met moeite kan onderscheiden. Een andere lijn  wordt gevormd door de keien net voor de vloedlijn. Ze blijven droog,  worden niet beroerd door het getijdenschuim, ze zijn niet aantrekkelijk in  de ogen van mensen die keien verzamelen. De keien die vanaf de zeebodem  omhoog zijn gewoeld, zijn dat wel. Voor keien is er volgens Ortensio geen  betere plek dan de zeebodem. 
Dan komt het strand, groot als de woestijn. Er loopt een lange rij  stenen platen doorheen, ze liggen twee aan twee. 
Het pad snijdt het strand doormidden als een onregelmatig bor duursel op een laken. 
Daarover loopt Ortensio naar de zee. Halverwege blijft hij staan, dat  doet hij iedere ochtend. Hij is een mager oudje, zijn huid is strakgetrokken  door de zon, zijn witte haren steken scherp af tegen zijn gebronsde gezicht.  Zijn hemd zit in zijn bermuda gestopt, onder een leren riem met een roes tige gesp. Al zijn broekzakken zijn gescheurd, behalve de achterzak waarin  hij zijn portefeuille bewaart. Daarin, een paar euro’s en een foto: zijn zoon,  schoondochter en kleinzoon poseren zittend op de omheining van een  berghut. Om hen heen ligt sneeuw, iedereen glimlacht. 
Zijn hoest is het enige dat hem eraan herinnert dat hij gestopt is met  roken. Hij moet zijn pas inhouden. In zijn neusgaten hangt nog de geur  waarvan huizen doordrongen blijven lang nadat de rokers vertrokken zijn,  ook al gooi je de ramen open, probeer je de tocht de geur te laten verdrij ven. Ortensio sluit zijn ogen en ademt zo diep mogelijk in. Als hij ze weer  opendoet, draait hij zich om en kijkt hij naar de andere lijnen die de ruimte  waarin hij leeft begrenzen. 
Een witte, onderbroken lijn geeft het midden van Rijksweg 18 aan.  Van waar hij nu staat, kan Ortensio het asfalt niet zien. De weg is opge hoogd, je moet eronderdoor om naar het strand te lopen, door een vier kante tunnel van een meter of tien lang, zo smal dat een grote man die zijn  armen spreidt de wanden met zijn vingertoppen aan kan raken. 
Aan de andere kant van de rijksweg met zijn vangrails waaraan vaas jes met verwelkte bosjes bloemen hangen, ligt de Residence waar Ortensio  woont.
De Residence loopt vanaf eind juni vol met mensen die de seizoe nen die niet de zomer zijn elders doorbrengen. Mei en september bakenen  een tijd af die verdwijnt. 
Ortensio woont in het appartement op de derde en hoogste verdie ping. Van daaruit kan hij zijn eigen geheime wereld overzien, toekijken hoe  zijn werkstuk vorm, kleur, omvang krijgt. Iedere dag kijkt hij. Vanaf zijn  balkon bewondert hij de weidsheid van het strand, stelt hij zich voor hoe  hij over de stenen platen naar zee loopt, precies daar waar hij nu staat. Hij  stelt zich voor hoe hij halverwege blijft staan, op de plek die eerst een wei land geworden is, en dan een archipel van bloeiende plantjes die in niets  lijken op de droge stengels waarmee de duinen bezaaid zijn. Vandaag ziet  hij, eindelijk, bomen die schaduw brengen in de woestijn. 
Ortensio gaat de stammen van zijn schepsels van dichtbij inspecte ren, hij zou ze elk bij hun naam kunnen noemen als hij ze een naam gege ven had. Het hoogste blad van de eerste boom die hij jaren geleden geplant  heeft, reikt nu vier meter hoog. Terwijl hij een hand boven zijn ogen zet om  ernaar te kijken, vraagt Ortensio zich af wat de eerste mens die vuur maakte gevoeld moet hebben. Die gedachte brengt hij in verband met een van zijn  twee terugkerende dromen: hij staat midden in zijn kleine bos op het  strand en opeens vliegt het in lichterlaaie, de vlammen slaan zich om de  takken heen en de stammen splijten open, alles brandt, zijn handpalmen  beginnen te smelten, Ortensio wordt wakker. Hij moet meteen het rolluik  opendoen, frisse lucht inademen, de rook van de droom verdrijven die in  zijn hoofd is blijven hangen. 
Het balkon van zijn slaapkamer kijkt uit over de tuin van de  Residence, waar de automatische sproeier behalve het gras ook een ver roeste schommel en een lange, lavastenen tafel natspuit. 
In het westen de wegmarkering, het pad van stenen platen dat naar  het groene eiland van zijn schepsels voert, de keien op het droge, de hori zon. De Stromboli, misschien. Alles blijft op zijn plaats. 
In het oosten de laatste lijnen. 
De spoorweg, vlak achter de Residence. Daarna, als je je blik wat  hoger richt, de autoweg van Salerno naar Reggio Calabria, een dunne ader  tussen de olijfbomen die de heuvel bedekken. 
En uiteindelijk de allerlaatste lijn. De horizon die het laagland van  de hemel scheidt. 
Daar wil Ortensio heen in zijn tweede terugkerende droom, naar  wat hij denkt dat het de andere grens van de aarde is: hij loopt naar de heu veltop en struikelt, staat weer op, en achter hem, ver genoeg om angstaanja gend te zijn, rijst een kilometershoge golf op. De zee pakt alles terug, en  Ortensio schreeuwt. Vergeef me, vergeef me alsjeblieft, meer vraag ik niet.

More by Lies Lavrijsen

Residence

Appartement 11  HET KIND  Dat kind, kijk goed naar dat kind.  Iedere zomer is dat kind een jaar ouder.  Iedere zomer geeft de zon zijn kastanjebruine haar een lichtere  kleur, rossig met een blonde glans. Iedere zomer pompt het ’s morgens de  banden van zijn bmx op en rijdt rondjes door de Residence, langs de stenen  tuinmuur van waarachter het zijn leeftijdsgenootjes begluurt die voetbal len op het gravelveld. Ze schreeuwen allerlei vieze woorden. Vieze woorden  die het kind zelf nog nooit gezegd heeft.  De Residence bestaat uit twee identieke gebouwen van drie verdie pingen. Ze zijn elkaars...
Translated from IT to NL by Lies Lavrijsen
Written in IT by Maurizio Amendola

Het Romeinse Rijk in 100 data

9  11 september. Na een bloedige veldslag van meer dan drie dagen bij het  Teutoburgerwoud, in het noordelijke deel van Germanië, worden drie hele  Romeinse legioenen met aan het hoofd gouverneur Publius Quinctilius  Varus in de pan gehakt door een alliantie van Germaanse volksstammen  onder leiding van Arminius, hoofdman van de Cherusken. Het nieuws  van de nederlaag brengt een enorme schokgolf teweeg in Rome: Augustus  besluit alle manschappen terug te trekken uit de gebieden tussen de Rijn  en de Elbe, die in de jaren vanaf 12 v. Chr. veroverd waren door Drusus en  daarna Tiberius (de zonen...
Translated from IT to NL by Lies Lavrijsen
Written in IT by Fabio Guidetti

Barbaren in het Romeinse Rijk

Waarom kwam het Romeinse Rijk ten val? Over die vraag breken wij  Europeanen ons al sinds het begin van onze geschiedenis het hoofd, waar bij we vaak ook reflecteren (soms expliciet, soms stilzwijgend) over de ge volgen van die gebeurtenis uit het verre verleden op ons heden. We waren  onder de indruk van de monumentale overblijfselen van het oude Rome,  groeiden op met de immateriële erfenis ervan, bewonderden de economi sche, technologische en culturele verworvenheden van het Romeinse Rijk;  en we vroegen ons af hoe de westerse beschaving geëvolueerd zou zijn als de  ineenstorting van dat Ri...
Translated from IT to NL by Lies Lavrijsen
Written in IT by Fabio Guidetti

Tijdmeters in de oudheid

Hoe kun je de tijd meten? Kunnen we deze categorie van het denken en van de werkelijkheid wel echt begrijpen, of ontglipt hij ons zodra we hem proberen waar te nemen? In onze wereld van vandaag, waar klokken en kalenders op ieder gewenst moment voor iedereen toegankelijk zijn, kunnen we ons nog moeilijk voorstellen hoe het geweest moet zijn om te leven zonder te weten hoe laat of welke dag het was. Nog maar een paar generaties geleden  konden alleen de rijksten en best geschoolden een krant lezen en bezaten alleen zij een zakhorloge. Wie daarentegen op het platteland woonde en werkte, was voor...
Translated from IT to NL by Lies Lavrijsen
Written in IT by Fabio Guidetti
More in NL

De levenden

Mama is eenzaam en langzaam gestorven.  De doodsoorzaak, zeggen de artsen, was vergiftiging. Vergiftiging,  mama.  Wat een idiote gedachte.  Ik ben niet met de dokters in discussie gegaan, ik heb alleen de pa pieren getekend en de begrafenis geregeld. Als mama iets goed kende, was  het wel haar huisapotheek. Ze doseerde altijd heel zorgvuldig. Ze vergiste  zich nooit. Aan het kind heb ik zolang de officiële versie verteld, dat ze zich zelf per ongeluk had vergiftigd. Op een dag zal ik wel tegen haar zeggen dat haar oma zelfmoord heeft gepleegd.  Het meisje is overal bij geweest, we hebben het ...
Translated from ES to NL by Heleen Oomen
Written in ES by Mariana Torres

Maar het huis woont nog in mij

Een doop. Een nieuw begin. Over mijn schouders een zwarte cape, als een  ceremonieel gewaad. Ze neemt mijn hoofd vast en kantelt het voorzichtig  naar achteren. Het water voelt veel zachter dan het water in mijn douche thuis. Haar vingertoppen masseren mijn hoofdhuid. Mijn hoofd. Dit  hoofd van mij. Dit hoofd waar ik maar niet buiten kan. Dit zware hoofd.  Dit hoofd dat zich aandient. Dit hoofd waarin gedachtes. Altijd onaange kondigde gedachtes. Nooit afwikkelende gedachtes. Ik sluit mijn ogen en  probeer me in te beelden dat ze met mijn hoofd ook mijn gedachtes mas seert, alsof ze met de dru...
Written in NL by Maud Vanhauwaert

Parenthese

Ik vermoed dat we zelfs het betrouwbaarste wat we hebben – onze zintuigen, oftewel, de dingen die we zien, horen, met ons lichaam waarnemen – onder bepaalde omstandigheden niet kunnen vertrouwen, zoals bij de dood van een ouder, de geboorte van een kind of het moment vlak voordat we overreden worden. Nu we papa eenmaal begraven hebben en ik eindelijk alleen ben met mijn gedachten, stel ik vast dat de tijd gisteren in het mortuarium, net als dertig jaar geleden, stil heeft gestaan. Goed, een paar seconden. Maar het was al eerder gebeurd. En ik wist meteen dat ik hetzelfde verschijnsel als kind ...
Translated from ES to NL by Heleen Oomen
Written in ES by Mariana Torres

Cathedra of hoe je slagroom maakt

Sommige mensen dromen niet wanneer ze vliegen. Ze zakken weg in hun kunstleren stoel, trekken de grijze fleecedeken tot vlak onder hun kin, zetten een koptelefoon op hun hoofd en laten het zachte gebrabbel van een film met Eddy Murphy hun oren binnenstromen. Ze slapen zelfs, maar niets in hen maakt beelden aan. Geen enkele gedroomde, wonderlijke ervaring weet hun hersenen (die gevangen in hun hoofden in het vliegtuig razendsnel vooruit bewegen) te vinden. Hun slaap is even plat en uitgestrekt als de bovenkant van de wolken. Anderen dromen in vliegtuigen juist heftig en veel. Ze woelen in hun ...
Written in NL by Joost Oomen

De verandering

‘Gaat u maar met de lift, ik neem de trap wel,’ roept de jonge arts en stormt de trap af, traptreden overslaand. Hij moet er op tijd bij zijn. Een paar weken eerder, nog tijdens het kraambed, meldde de moeder zich bij de kinderarts: de baby huilde onophoudelijk. Bij het eerste consult kreeg ze te horen: ‘Geeft u hem maar eens goed te eten, dan zal hij wel kalmeren.’ In een andere kliniek zeiden ze: ‘Het zijn darmkrampjes. Laat gebakken gerechten staan, dan wordt uw melk beter en zal het kind niet meer zo tekeergaan.’ In een privékliniek barstte een arts in lachen uit: ‘Waarom zou hij niet ...
Translated from PL to NL by Charlotte Pothuizen
Written in PL by Joanna Gierak Onoszko

Het eiland

Nog altijd weet ik niet waar ik op de eilanden naar zocht. Ik weet alleen wat ik heb achtergelaten. Het land dat mijn paspoort heeft verstrekt. De vrouw die me ter wereld heeft gebracht. Spullen die voor geld te koop waren. Een wereld die ik niet in staat was te veranderen. Het zeewater was warm. In de avond glinsterden de golven van het oplichtende plankton. Na jaren reizen verwarde ik de havens tussen de palmen waar ik op de boot stapte. Ik verwarde de namen van de eilanden die begonnen met ko en nusa. Ik verwarde de donkere ogen en de kleurrijke kleding van de andere passagiers. Toch kwam ...
Translated from PL to NL by Charlotte Pothuizen
Written in PL by Urszula Jabłońska