View Colofon
Original text "Los seres vivos" written in ES by Mariana Torres,
Other translations
Published in edition #1 2017-2019

De levenden

Translated from ES to NL by Heleen Oomen
Written in ES by Mariana Torres

Mama is eenzaam en langzaam gestorven. 
De doodsoorzaak, zeggen de artsen, was vergiftiging. Vergiftiging,  mama. 
Wat een idiote gedachte. 
Ik ben niet met de dokters in discussie gegaan, ik heb alleen de pa pieren getekend en de begrafenis geregeld. Als mama iets goed kende, was  het wel haar huisapotheek. Ze doseerde altijd heel zorgvuldig. Ze vergiste  zich nooit. Aan het kind heb ik zolang de officiële versie verteld, dat ze zich zelf per ongeluk had vergiftigd. Op een dag zal ik wel tegen haar zeggen dat haar oma zelfmoord heeft gepleegd. 
Het meisje is overal bij geweest, we hebben het haar verteld en haar  daarna meegenomen naar het mortuarium. De hele begrafenis lang, en ook  tijdens de mis die Raúl koste wat het kost wilde organiseren, heeft ze aan  mijn benen gehangen. We hebben haar telkens precies uitgelegd wat er ge beurde, zodat het tot haar door zou dringen dat haar grootmoeder dood  was. Zodat ze het zou kunnen bevatten. Raúl had voorgesteld haar voor die  paar dagen thuis bij de oppas te laten, maar ik weet heel zeker dat je in dit  soort gevallen maar beter overal bij kunt zijn. Om sterfgevallen te kunnen  bevatten moet je ze aanraken. Toen Adrián doodging heeft niemand me  zijn lichaam laten zien. Als er iemand doodgaat en niemand laat je het li chaam zien, is dat des te erger. Dan ontstaan er zwarte gaten vol twijfels, die  je de rest van je leven als een loden last met je meedraagt. Na verloop van  tijd komen ze vol vuil te zitten en op een gegeven moment krijg je ze niet  meer schoon. 
Ze zijn net als mama’s appartement: vol. 
Ik weet niet of ik het in vier dagen tijd wel leeg en schoon krijg. Er  zijn nog vier dagen over voor we naar Madrid vertrekken en vandaag is het  weer donderdag. Er is een week voorbij sinds mama is gestorven. Raúl  heeft aangeboden me te helpen, hij heeft erop aangedrongen dat de verhui zers de flat ook leeg zouden maken. 
Maar het is iets wat ik alleen moet doen. 
Met mijn eigen handen. 
We hebben mama’s appartement zo snel verkocht dat ik geen tijd  heb gehad om aan het idee te wennen. Het enige wat ik graag zou willen  houden is de piano. De piano en misschien mama’s apothekerspotten. Ik  heb altijd van die potten gehouden. Ik weet nog dat ik de opschriften als  klein meisje hardop voorlas, dat ze me als muziek in de oren klonken wan neer ik ze achter elkaar opzei. 
Borax. Wijnsteen. Citroenkruid. 
Ik las ze op als een toverformule. 

Ik houd er nog steeds van om de woorden te lezen die in zwart  schoonschrift op het porselein zijn geschilderd en de grote krullen aan de  uiteinden van de zwierige letters aan te raken. 
Ik neem niet alle potten mee, want ze bestrijken een hele wand. Er  zit niets meer in. Het eerste wat ik heb gedaan toen ik mama dood in bed  aantrof, was de apotheek leegmaken. Mama heeft haar hele leven lang haar  eigen kruidenmiddeltjes gebrouwen. Ze gebruikte voor haar recepten de  potten op de bovenste plank. De rest van de potten heeft ze leeggemaakt  toen ik zwanger was. Want als mama in huis iets aanpaste, was dat altijd  voor Sara’s veiligheid. Ze maakte kindersloten op de laden, verankerde de  kasten in de muren en zette kurkdoppen op de hoeken van lage tafeltjes.  De apotheek zal zeker het enige zijn wat ik van mama bewaar. Samen met de piano. 
Ik zal alles in de studeerkamer van ons nieuwe huis in Barcelona  zetten. Er zullen misschien vijf potten op een rijtje naast elkaar passen,  dicht tegen elkaar aan op de gesloten pianoklep. 
Vlierbloesem. Wolfskers. Buxus. 
Voor ik de woonkamer leegmaak, moet ik me door de rest van  mama’s appartement heen werken. Als ik het goed wil doen moet ik een lo gische volgorde aanhouden. Zoals zij dat graag had gewild. Om ervoor te  zorgen dat de muren niet op me af komen. Beginnen in de keuken, aan het  einde van de gang, en vanaf daar – het nulpunt – in omgekeerde volgorde  alle kamers door, van achteren naar voren, die hele verzameling spullen  wegwerken, alsof er een sprinkhanenplaag door het huis trekt. En dan de  woonkamer. 
Adriáns kamer voor het laatst bewaren. 
Zoals zij dat ook zou hebben gedaan. 
Toen ik op de dag van mama’s dood het appartement binnenkwam,  stonden alle ramen open. Er zijn zeven kamers met elk twee, drie of vier  ramen. De woonkamer heeft strikt genomen geen echte ramen, maar  glazen deuren naar kleine balkons, met houten luiken ervoor. Dat deel van  het huis ligt aan de straat. Als de balkondeuren wijd openstaan, klapperen  de luiken tegen de ruiten. Zachtjes. Toen ik donderdag mama’s apparte ment binnenkwam, bewoog het geheel ritmisch in de wind, alsof het  leefde, en schreeuwde. 
Toen ik binnenkwam waren de tocht en de kou al onderdeel van het  huis. Mama lag in bed en zag eruit alsof ze sliep. Maar nog voor ik haar had  gezien, meteen al toen ik binnenkwam, wist ik dat ze dood was. Ik wist het  toen ik mijn sleutel in het slot stak en voelde hoe de wind de deur tegen 
hield. 

Ik moest uit alle macht duwen. 

Want om ervoor te zorgen dat haar ziel rechtstreeks naar de hemel  kon opstijgen, was mama zo verstandig geweest om dood te gaan met alle  ramen open. 
In nog geen drie uur tijd heb ik de helft van de keuken in dozen zitten. Ik  heb niet de moeite genomen om de spullen netjes in te pakken, want alles  gaat naar de stort. Als er een kopje breekt is dat niet erg. 
Mama’s appartement heeft zeven kamers en allemaal staan ze vol  spullen. Mama had een neiging tot dwangmatig verzamelen. Ze bewaarde  alles in haar huis, ze bedekte alle muren met overvolle, uitpuilende kasten.  En na haar eerste diagnose, in haar laatste maanden, begon ze de dingen op  de verkeerde plaatsen op te bergen. Geld in theepotten, breinaalden tussen  het bestek in de keuken. 
Waar ik niet op had gerekend was dat ik hier, in de voorraadkast in  de keuken, vlak boven de overvolle mandjes met appels en sinaasappels,  mijn lakschoenen tegen zou komen. Ik moest op een krukje gaan staan om  erbij te kunnen. Ze zien er nog piekfijn uit en glimmen alsof ze gisteren nog  zijn opgewreven. De veters, hard als steen inmiddels, zijn keurig gestrikt. 
Het waren mijn zondagse schoenen, die ik droeg wanneer we papa’s  graf bezochten, en later dat van Adrián. In het sterfjaar. Ik had ze voor het  eerst aan op papa’s begrafenis, ik weet nog dat ik die middag urenlang bezig  ben geweest om de schoenen met een oude lap op te wrijven tot ze glom men. 
Want telkens als ik ze glimmend had opgewreven en ze aantrok, ging  Adrián op mijn tenen staan om ze weer vies te maken. En dan kon ik weer  opnieuw beginnen. 
Ik herinner me ook dat mijn Duitse opa die middag naar ons toe kwam en tegen me zei dat het een perfect paar schoenen was. En dat hij een  soort magische kracht over Adrián uitoefende waarmee hij hem zover kreeg  mij met rust te laten. Het was de eerste keer dat we hem zagen. Ik herinner  me zijn diepe stem en de manier waarop hij de medeklinkers uitsprak. Hij  sprak een ander soort Duits dan wij op school leerden, en hij sprak het  anders uit dan papa, hakkelender leek het wel. Die middag was opa de hele  tijd bij mijn broer in de buurt, die als een brave hond achter hem aan liep. 
Toen hij afscheid van ons nam en Adrián meenam, boog hij zich  voorover om iets tegen me te zeggen. Hij keek me recht aan. Hij zei dat het  met mijn broer wel goed zou komen, dat hij zich over hem zou ontfermen.  Maar een paar maanden na papa’s begrafenis stierf Adrán. Ze stuurden zijn  lichaam op uit Duitsland, in een handgemaakte doodskist uit een van opa’s werkplaatsen. En wij hadden nog een begrafenis, nog een graf. Het sterfjaar. 

Ik denk dat het vanaf die tijd bergafwaarts is gegaan met mama. Ze  bleef maar herhalen dat mijn vaders familie met al die kisten die ze timmer den een vloek over zichzelf had afgeroepen. En dat het daardoor allemaal  kwam. Dat ze liever had dat Adrián dood was dan dat hij kisten maakte en  lijken schminkte. Bij die woorden sloeg ze onmiddellijk een kruis. 
In het sterfjaar gingen we elke zondag naar de begraafplaats. Het  enige wat ik me van die bezoeken herinner, zijn die zwarte schoenen, hoe  belangrijk het voor me werd om ze schoon te houden. Als ik ze goed  genoeg liet glimmen, liepen de schoenen vanzelf, ik hoefde niets te doen  om vooruit te komen. 
Ik hoefde niets te doen. 
Ik herinner me het galmende geluid van de hakken wanneer ik met  mijn lakschoenen over het asfaltpad liep. Op de begraafplaats konden we  maar beter geluid maken – zodat de doden goed konden horen waar we  waren – en doorlopen, zo snel mogelijk doorlopen, om maar vooral niet  stil te blijven staan, al was het maar per ongeluk, op een dode die niet van  ons was. Ik herinner me dat de schoenen knelden bij de neus, vooral als de  zondagen langer werden en het warm begon te worden. 
Dat jaar gingen we niet op vakantie. 
Van al mijn zwarte kleren vond ik alleen mijn lakschoenen mooi. In  het sterfjaar moest ik van mama elke dag zwarte kleren aan. Nu ik hier met  de schoenen in mijn handen sta, vind ik ze belachelijk. 
Bovendien ruiken ze naar overrijp fruit. 
Ik hield ervan om ze te laten glimmen tot ik mezelf erin weerspie geld zag. Het waren spiegelschoenen. Als we over het kerkhof liepen  mocht ik van mama nergens stil blijven staan, hoeveel stof er ook opstoof  onder onze voeten. Als ik wilde stoppen om het stof van mijn schoenen te  schudden, trok ze me aan mijn arm mee. We hadden ontzettende haast,  ook al was er thuis niemand die op ons wachtte. De rukken aan mijn arm  lieten rode plekken achter. Mama had altijd een bosje met drie bloemen bij  zich. Onder het lopen hield ze het ondersteboven vast, met de drie bloe men naar de grond, waardoor ze stoffig werden. 
Een van de bloemen was voor mijn broer, de andere voor papa. Nu ik de veters aanraak kan ik merken dat ze oud zijn, stijf, bijna  versteend, alsof de strikken er al heel lang in zitten. Toen ik ze voor het eerst  droeg, waren mijn voeten nog zo klein dat Adrián er niet in paste, al waren  zijn voeten destijds maar een paar millimeter groter dan die van mij. Op de  dag van papa’s begrafenis probeerde hij ze aan te doen, alleen maar om mij  te pesten. Tot opa kwam en hem meenam. 
Dat was de laatste keer dat ik hem zag. 
Als ik daaraan denk worden mijn handen warm, ze komen als van zelf in beweging, maken aanstalten om een kruis te slaan, om met mijn vingers een kruis op mijn voorhoofd te tekenen, zoals mama altijd deed. Maar  ik schud er fel mee, ik leid ze af, wapper de aandrang weg. De veters, die nu in de lengte over mijn handen liggen, lijken twee  minuscule slangetjes. Ik rol ze op, leg ze in de schoenen, elk in zijn eigen  schoen, en duw de veterbolletjes naar voren, helemaal tot in de neus. Van  de buitenkant zijn ze niet meer te zien. Het zijn nu alleen nog maar schoe nen zonder veters. Onschuldig. 
Als ik de schoenen in de doos bij de rest van de spullen wil gooien  bedenk ik me. Ik laat ze op de grond staan voor in een nieuwe doos. De  nieuwe doos verstevig ik met een dubbele laag tape. Ik pak de lakschoenen  – die van al dat aanraken met mijn vieze handen stoffig zijn geworden – en  zet ze in de lege doos. 
Ik maak ze niet schoon. 
De doos zet ik apart en markeer ik met watervaste stift. In rode  hoofdletters schrijf ik: MAMA.

More by Heleen Oomen

Communie

‘Zou het hier zijn?’  ‘Dit is het adres op het briefje, komt het je niet bekend voor?’ ‘In mijn herinnering is dit een stuk braakland. We hadden meer  gehad aan de naam van het restaurant.’  ‘Ze heeft het je gegeven toen ze belde.’  ‘Het moet hier zijn. Er staan een hoop auto’s,’ antwoordde ik, ter wijl ik al richting aangaf om te parkeren.  ‘Bel je zus even, dan weten we het zeker.’  ‘Ik heb het niet opgeschreven omdat ik dacht dat we niet zouden  gaan. Ik ken dat kind niet eens.’  ‘Het is attent van ze dat ze ons hebben uitgenodigd. Misschien is  het wel een goed moment voor jou om… Je weet ...
Translated from ES to NL by Heleen Oomen
Written in ES by Roberto Osa

Verboden de apen te voederen

Luz stond al meer dan een halfuur in de zon te wachten. Af en toe liep ze  over de stoep heen en weer om de stijfheid in haar benen te verdrijven en  minder last te hebben van haar zware buik. Haar ogen gleden razendsnel  over het drukke autoverkeer in de laan, vooral wanneer er ergens een op  trekkende motor klonk. Maar nee, niets.  Ze besloot beschutting tegen de hitte te zoeken onder het afdak van  het gebouw. Op dat moment kwam er een kleine rode auto achter een bus  vandaan gezigzagd. Luz zag hoe Jaime vol op de rem trapte en een paar keer  toeterde, alsof hij al een hele tijd op haar sto...
Translated from ES to NL by Heleen Oomen
Written in ES by Roberto Osa

Verwrongen

Die avond riep hij me, en het zag er niet naar uit dat hij zou stoppen. ‘Mama. Mama!’  Dat bracht hij uit tegen mij en tegen zijn kamertje, terwijl hij zich  opkrulde in een wassen duisternis vol speelgoed (zijn enige bezit). Hij riep  me opnieuw, dit keer veel harder, en ik wendde mijn blik af en streek langs  de onderkant van mijn whiskyglas, tot de condens op het topje van mijn  vinger gleed.  Het woord zat sinds zijn babytijd stevig in zijn brein genesteld. Roerloos staarde ik naar de onveranderlijke, iriserende vorm van de  druppel. Het was geen misdrijf om hem te leren wat kou was, om di...
Translated from ES to NL by Heleen Oomen
Written in ES by Matías Candeira

Hydro

‘Niets beter dan thuiskomen,’ zegt Saúl, en hij doet zijn ringen een voor  een af.  Ivanka loopt naar het midden van de hut en blijft daar staan. Ze  wacht nog even. Ze kijkt toe hoe hij in de weer is aan de rand van het bed,  haastig, zodat het rode licht zijn zwaarlijvigheid verzacht en zijn ademha ling versmelt met het geruis van de oceaan. Hij heeft de kamer zelfs zorg vuldig bezaaid met kleine eilandjes van zichzelf. Hij heeft snel zijn  schoenen uitgetrokken. Zijn colbert valt slap over de staande kapstok. Zijn  manchetknopen en zijn vlinderdas legt hij op het nachtkastje. Wat voorko men...
Translated from ES to NL by Heleen Oomen
Written in ES by Matías Candeira

Monsterboom Boomjongen

We weten nog steeds niet hoe Oscar het zaadje heeft kunnen inslikken en  we zijn er nooit achtergekomen waar hij het vandaan had. Het is ons al he lemaal een raadsel hoe de boom binnen in hem kon gaan groeien, hoe het zaadje ongehinderd kon ontkiemen, zei de dokter, bij de ingang van zijn  maag, waar het zich alleen kon voeden met de spijsverteringssappen van  het kind. Want op zevenjarige leeftijd, dat zei de dokter ook, functioneert  de maag al uitstekend. Het lichaam van onze Oscar – het was toen nog  onze Oscar – liet de boom gedijen, met wortels die zijn darmen in groei den, een stam die ...
Translated from ES to NL by Heleen Oomen
Written in ES by Mariana Torres

Parenthese

Ik vermoed dat we zelfs het betrouwbaarste wat we hebben – onze zintuigen, oftewel, de dingen die we zien, horen, met ons lichaam waarnemen – onder bepaalde omstandigheden niet kunnen vertrouwen, zoals bij de dood van een ouder, de geboorte van een kind of het moment vlak voordat we overreden worden. Nu we papa eenmaal begraven hebben en ik eindelijk alleen ben met mijn gedachten, stel ik vast dat de tijd gisteren in het mortuarium, net als dertig jaar geleden, stil heeft gestaan. Goed, een paar seconden. Maar het was al eerder gebeurd. En ik wist meteen dat ik hetzelfde verschijnsel als kind ...
Translated from ES to NL by Heleen Oomen
Written in ES by Mariana Torres

Laat het opklaren

Voor ik naar haar cel loop – ik zal langzaam lopen zodat ze het wringende geluid van mijn laarzen hoort naderen, ik wil dat ze weet dat ik eraan kom – draai ik het peertje in de plafondlamp boven mijn bureau. Als ik voel dat het vastzit zet ik extra kracht. Onmiddellijk hoor ik in de fitting dat knerpende geluid als van sneeuw. Een minuscuul geloei dat ook iets zegt over mij, over hoe ik de zaken hier regel.     Ik sla de gang op de tweede verdieping in. De cellen zijn hier vlakbij. Naast het witte raam zit Im met zijn armen over elkaar op zijn stoel te dommelen. Als ik mijn wijsvinger onder z...
Translated from ES to NL by Heleen Oomen
Written in ES by Matías Candeira
More in NL

Very Important Person

Ik staarde weer de hele dag… naar de lichtgevende cijfers boven de lift. 8… 7… 6… 5… 4… 3… 2… 1… ‘Goedendag, mijnheer Seljak.’ Ik zeg hem altijd gedag, want ik doe mijn werk professioneel. Hij beantwoordt mijn groet met zwijgen, ook hij gedraagt zich professioneel. Als ik geluk heb, licht in zijn stenen gezicht een rimpeltje op. Als hij een goede dag heeft, fronst hij zijn rechter wenkbrauw, wat betekent: ‘Ik weet dat je er bent, maar mijn gedachten zijn die van een directeur.’ Ik heb al zo vaak besloten dat ik hem met rust ga laten. Dat ik zijn negeren met negeren zou beantwoorden. Maar mijn...
Translated from SL to NL by Staša Pavlović
Written in SL by Andraž Rožman

Het Romeinse Rijk in 100 data

9  11 september. Na een bloedige veldslag van meer dan drie dagen bij het  Teutoburgerwoud, in het noordelijke deel van Germanië, worden drie hele  Romeinse legioenen met aan het hoofd gouverneur Publius Quinctilius  Varus in de pan gehakt door een alliantie van Germaanse volksstammen  onder leiding van Arminius, hoofdman van de Cherusken. Het nieuws  van de nederlaag brengt een enorme schokgolf teweeg in Rome: Augustus  besluit alle manschappen terug te trekken uit de gebieden tussen de Rijn  en de Elbe, die in de jaren vanaf 12 v. Chr. veroverd waren door Drusus en  daarna Tiberius (de zonen...
Translated from IT to NL by Lies Lavrijsen
Written in IT by Fabio Guidetti

Jericho

Deel I – De ranch I De ranch, zo noemden ze hem, verhief zich eenzaam op een hoogvlakte, op de top van een lage heuvel. Het was een boerderij van twee verdiepingen, een houten bouwwerk, lang, smal en rechthoekig. Door het grote raam van de bovenverdieping keek Jens, vanuit de schommelstoel in de gang, naar het land, dat zich uitstrekte tot aan de overkant van de rivier. Zijn kleine, zwarte ogen stonden geen moment stil, speurden de in het duister gehulde horizon af, gespitst op elk verdacht detail. Elia en Natan zaten naast hem op de grond en speelden met verroeste speelgoedautootjes. J...
Written in NL by Sandra Verhulst

De metro

Maandagochtend hoorde hij de metro het station binnenrijden op het moment dat hij zijn ticket in het apparaat stopte en hoewel hij niet verlaat was – en zelfs als hij dat wel was geweest, was het nog geen probleem – voelde hij toch een dwingend verlangen om die metro te halen, een verlangen dat niet zozeer iets als de lekkere trek was, als wel een soort bizarre vorm van wraaklust, en hij spurtte de trap af. Er gebeurde echter iets heel merkwaardigs. Zoals men zegt dat wanneer je doodgaat, je hele leven voor je geestesoog voorbijtrekt, zo trok, gedurende de paar tellen die T. nodig had om alle ...
Translated from RO to NL by Jan Willem Bos
Written in RO by Cătălin Pavel

Een bom in de nacht die de bergen verlicht

Mijn vingers, gezwollen van hard werk en ouderdom, schuren over mijn wangen telkens wanneer ik de tranen droog die blijven stromen. Ik ben ervan overtuigd dat de zee eindeloos is en begrijp niet hoe het kan dat ik steeds opnieuw door een golf van verdriet overvallen word terwijl ik al dood ben vanbinnen. Is er dan geen rust na het einde van alles? De zee heb ik nog nooit gezien, maar ik weet hoe men wegen baant. Water is ongrijpbaar, gaat altijd waar het wil, maar ik kan het langs geulen leiden en zijn koppigheid in mijn voordeel laten werken, voor het me weer door de vingers glipt om de die...
Translated from PT to NL by Finne Anthonissen
Written in PT by Daniela Costa

Paarden en demonen

Ik herinner me gisteren nog als de dag van gisteren. In Brussel nam ik de trein – twee treinen eigenlijk, want ik moest overstappen – naar Den Haag, en dat alleen om één enkel schilderij te zien.     Ik werd bezeten door een demon van obsessief verlangen, er was geen keuze, dus ik moest gewoon gaan.     Maar mijn reis verliep helemaal niet zoals ik verwacht had – een mooie, ontspannen reis naar Nederland – en dat besefte ik zodra ik het hotel uit liep, waarmee ik ook alles en iedereen achter me liet.     Op station Brussel-Noord stapte ik bijna op de verkeerde trein, omdat ik naar de vertrekti...
Translated from SL to NL by Staša Pavlović
Written in SL by Mirt Komel