DE VLUCHT
Tomáš Toman zit in de bus richting Istanbul. Hij is op de vlucht. Voor de Tsjechische justitie. Gisteren gaf hij een feestje voor zijn vrienden uit Praag-Zuid. Het ging er wild aan toe. Net als wanneer je afscheid neemt van mensen die je misschien nooit meer gaat zien. Maar dat wat Toman de voorafgaande maanden had meegemaakt, was nog wilder.
Zijn gezicht werd op tv getoond; hij was een gezochte man – ‘een man die heeft gemoord.’
Tijdens een vechtpartij, die tegen de ochtend was losgebarsten bij een van de clubs in Praag. Rechtbank Praag had hem voor vele jaren achter de tralies gezet.
Maar nu zit hij in de bus, met een lichte kater en denkt terug aan wat er nu eigenlijk is gebeurd. Daar heeft hij tijd zat voor; zijn reis naar Turkije waarvoor zijn vrienden gisteren geld bij elkaar hadden gelegd, lijkt eindeloos. Maar hij was van plan om over het vasteland helemaal naar Zuidoost-Azië te reizen.
‘Mission impossible’.
Istanbul. Hij stapt in het vliegtuig, zijn moeder heeft een ticket voor hem gekocht, en zo komt hij in Thailand terecht. Bangkok, hier zou je kunnen verdwijnen. Maar Toman wil niet verdwijnen. Hij wil tijd winnen en een plan bedenken om zijn naam te zuiveren. In Thailand blijft hij maar kort, volgens een expat in Bangkok kun je in Australië makkelijk een goede baan vinden. Hij gaat richting de tegenvoeters.
Melbourne. Hij heeft geluk. In Australië vindt hij onmiddellijk een baan bij een cateringbedrijf en gelijk ook onderdak. In de opslagplaats voor alcohol, onder de trap, maakt hij voor zichzelf een ‘onderkomen’. ‘Mijn werk bestond uit het verzorgen van hapjes en drankjes, eigenlijk alleen drank. We gingen ergens heen, werden allemaal dronken en vervolgens pakten we alles in en gingen weer terug naar huis,’ zo beschrijft hij hoe hij in Australië zijn geld verdiende.
Maar Interpol zit al achter hem aan.
Om de drie maanden moet Toman Australië verlaten vanwege zijn visum. Hij vliegt voor de laatste keer naar Bali.
Denpasar. Alles loopt volgens plan. Wanneer hij terugkeert na zijn vakantie van drie weken, wordt hij staande gehouden bij de paspoortcontrole. ‘Komt u maar even met ons mee', kreeg ik te horen. Ik hing nog even de held uit, zei dat mijn vlucht zo vertrekt, maar ik wist al dat het doek was gevallen… ’ Hij wordt, met zijn koffer in zijn armen, door de politie op een scooter afgevoerd. Hij rijdt door de rumoerige straten van Denpasar, en vraagt zich af hoe een Aziatische gevangenis eruitziet. Hij ziet zichzelf in een overvolle cel , met tientallen Aziaten en Europese drugssmokkelaars, en bedenkt dat zijn poging om de gevangenis te ontlopen zojuist is mislukt.
In de tussentijd, thuis in Tsjechië, meldt de commerciële tv-zender Nova een wapenfeit van een groep koppensnellers, oftewel rechercheurs van de opsporingsdienst. Nadat ze ‘het spoor van de Tsjechische moordenaar’ waren kwijtgeraakt in Australië, doemde het op in ‘het Indonesische Jakarta’. ‘Weer een probleem dus; nu kon de Tsjechische moordenaar verdwijnen in een land waar 230 miljoen mensen wonen,’ zegt de verslaggever van TV Nova, de beelden van de Aziatische metropool worden begeleid door opzwepende muziek.‘De Tsjechische politie had echter een voordeel: een geboren Indonesiër in hun team. Hij heeft toen in zijn moedertaal de arrestatie geregeld,’ zegt de verslaggever.
Toman wordt niet gearresteerd in Jakarta, oftewel op Java, maar ongeveer 1200 kilometer verderop, op Bali. Afgezien van de gebrekkige geografie kent het verslag nog een paar zwakke punten. Het klinkt allemaal als een huzarenstukje van de Tsjechische wetshandhavers. De verslaggever benoemt echter niet hoe het eigenlijk kon gebeuren dat ze Toman überhaupt hebben laten ontsnappen.
Bovendien heeft de redacteur maling aan de wetsbepalingen. Hij kan Toman geen moordenaar noemen. Hij is niet veroordeeld voor moord, maar voor zwaar lichamelijk letsel met dodelijke afloop. De Indonesische agenten stoppen met rijden en lopen samen met Toman, een restaurant in. Ze bestellen eten. De tafel boog door onder de schalen vol exotische geuren en kleuren. Maar Toman had geen trek meer. ‘Ik was een klein beetje nerveus.’
DE GEVANGENIS
De gevangenis in Denpasar is eigenlijk niet zo erg. Het wordt een villa genoemd. Raar genoeg wonen mannen en vrouwen hier door elkaar. Overdag wordt er rondgehangen en, als je op goede voet staat met de cipiers, kun je hier ook een drankje doen. Maar het belangrijkste – Toman heeft hier een smartphone met internet tot zijn beschikking. In een Tsjechische gevangenis zou hij hier niet eens van kunnen dromen.
Indonesië heeft geen uitleveringsverdrag met Tsjechië, toch wordt er van de Tsjechische kant over een overdracht onderhandeld. Het is nu slechts een kwestie van afwachten.In zijn cel leest Toman zijn eigen dossier door. De Tsjechische druk is beschikbaar. Hij stuit op mijn reportage over de gebroeders Bárta. Een van de personages uit dit verhaal komt hem bekend voor. Professor Straus.
Een paar minuten later krijg ik een bericht op Facebook. ‘Ik heb misschien iets voor je. Straus sjoemelt waarschijnlijk met zijn rapporten als deskundige voor de rechtbank. Ik zit op Bali, ik kan daar nog meer over schrijven . Met vriendelijke groet, Tomáš Toman.’
‘O, interessant. Laat maar weten als je terug bent van vakantie.’
‘Ik ben niet op vakantie. Ik zit in de gevangenis.’
Zo begon ons negen maanden durende gesprek. Het is me gelukt wat materiaal uit zijn dossier te verkrijgen.
‘Schrik niet als je het leest, ik word erin afgeschilderd als een beest. Maar ik ben geen moordenaar.’
Het dossier zelf is omvangrijk en het is geen pretje om erdoorheen te bladeren. Foto’s van de plaats delict, wrede beelden, bloed, gedetailleerde beschrijvingen van de fatale verwonding, sporen, getuigenissen.
GAUDÍ UIT PRAAG-HOLEŠOVICE.
Cross Club Holešovice. In feite was het eerst een bar voor kennissen. ‘We opereerden enige tijd op semilegale basis toen we nog niet officieel opgeleverd waren; we voldeden niet aan alle vereiste normen. Maar geleidelijk aan zijn we geprofessionaliseerd,’ zegt organisator Tomáš Zdeněk, alias Lorenzo, in een interview gepubliceerd op de website van Cross Club.
De club is te zien vanaf de weg, er staan sculpturen van stukken schroot, geïnspireerd door de industriële stijl. ‘Het hele ontwerp ontwikkelde zich zonder grote plannen, vooral aan het begin was het spontaan. Wanneer ontwerper František, bijnaam Fanda, Chmelík iets ontwikkelt, doet hij dat Gaudíaans, zonder precieze plannen. In het begin was het veel vallen en opstaan, een compositie. We verzamelden materiaal – gewoonlijk van de schroothoop – en wanneer we genoeg hadden, besloten we een verbouwing uit te voeren, terwijl we gewoon open bleven,’ beschrijft Lorenzo. Cross lijkt op een plek waar de arbeidsinspectie nachtmerries van krijgt.
‘Het was niet zo dat hij aankwam met bouwtekeningen van hoe alles tot in de details zou zijn… Dat zeker niet… De laatste tijd was er bijvoorbeeld best wel een probleem met de oplevering voor het terras dat op dezelfde manier tot stand kwam; het werd gebouwd, daarna berekend – het was van tevoren al te groot – het werd aangepast aan de normen, daarna werd het plan achteraf gemaakt op basis van het werk dat al voltooid was. Maar daar houden de normen of de autoriteiten geen rekening mee. Iets wat tot stand is gekomen als een kunstproject, als een kunstwerk,’ zegt Lorenzo op de website van Cross.
Het is 2008. Op dat problematisch goedgekeurde, of eigenlijk afgekeurde terras blijft er tegen de ochtend een levenloos lichaam onder het bloed liggen.
Die avond kwam Tomáš Toman naar Cross. Zesentwintig jaar. Twee eerdere veroordelingen. Hij is voorwaardelijk vrij na veroordeeld te zijn voor zware mishandeling en afpersing.
Aan de bar ontmoette hij Daniel L. Zesentwintig jaar. Met een nog bonter strafblad. Tweemaal voorwaardelijk veroordeeld, tweemaal in de gevangenis – voor het kopen van heroïne voor een veertienjarig meisje, seksueel misbruik, een roofoverval en een hele waslijst van inbraken
Daniel L. is aan het sarren, hij heeft zin in een gevecht. Toman mogelijk ook; hij is niet iemand die zoiets over zijn kant laat gaan. Als de arbeidsinspectie soms nachtmerries heeft, dan zien die eruit als het gevecht tussen die twee in Cross.
Toman en Daniel L. lopen naar buiten. Het gevecht is binnen een minuut voorbij. Getuigenverklaringen zijn vertroebeld door promilles alcohol en wazig door het feit dat het allemaal in het uur tussen hond en wolf was gebeurd.
In de ochtendschemering. De getuigen spreken over vuistslagen, trappen, over de instortende sculptuur, over ‘het ijzeren geluid, over een klap tegen het hoofd’. Daniel L. blijft bewegingsloos op de grond liggen.
Toman vlucht, de politie en een ambulance verschijnen op het toneel. Maar hier kan alleen een patholoog nog zijn werk doen.
DE OPSPORING
‘Om zeven over zes kwam ik aan op mijn werk. Op het terras lag een lichaam. De politie nam de sculptuur in beslag en voerde haar af. Op de servers werd het direct het onderwerp van gesprek. In deze debatten werd over twee dingen gesproken: dat twee gasten hier wreed hadden gevochten en dat er een steen was gevallen die hem had gedood. Ik was opeens net zo schuldig als de aanvaller, vertelt František Chmelík, beeldhouwer-autodidact mij in de bar, op de plaats delict.
De jongens uit Cross hebben zich meteen bij de zoektocht aangesloten. Iemand zei dat degene die was gevlucht in de nieuwbouwwijk Praag-Zuid woonde. Hij was een vechtersbaas.
Toman zat ondertussen met vrienden in de kroeg, er was net nieuws op de tv. De nieuwslezeres had het over een lijk in een club in Holešovice.
Meteen daarna hoorde Toman de beschuldiging, dat hij zwaar lichamelijk letsel had toegebracht waaraan Daniel L. was bezweken. Een jaar later stuurde de Rechtbank van Praag hem naar een normaal beveiligde inrichting.
MOEDER
‘Na het vonnis ben ik ingestort. Maar toen maakte de rechter een fout. Ze vergat de voorlopige hechtenis van Tomáš te verlengen. Ze moesten hem vrijlaten en hij moest wachten op het uitzitten van zijn straf. Toen hij ontsnapte, moest ik janken, maar ik duimde voor hem,’ schrijft Jiřina Tomanová, de moeder van de veroordeelde, aan mij.
Tijdens Oud en Nieuw 2010 zat Tomáš Toman al in Australië.
‘Toen hij vervolgens op Bali in de gevangenis belandde, was dat voor mij een shock. Ook al had ik het altijd al verwacht. TV Nova was het allerergst. Daar werd gezegd dat de Tsjechische politie een wrede moordenaar had opgepakt. Ik kreeg een instorting. Ik was een maand met ziekteverlof,’ zegt ze.
Vervolgens pakte ze toch haar spullen en reisde haar zoon achterna naar Indonesië, zodat ze hem daar in de gevangenis kon opzoeken. Daarvandaan schrijft ze de juristen en mij aan.
Juist op Bali, in de loop van de negentien maanden, kwam Tomáš Toman namelijk tot de conclusie dat er een kentering in zijn proces was gekomen op het moment dat forensisch biomechanicus Jiří Straus werd ingeschakeld.
HET PROCES
Ik lees in het dossier hoe František Chmelík een getuigenis aflegde voor de rechter. Het gaat over zijn sculptuur. De metalen constructie, samengesteld uit enkele stukken, die voor de club stond. Over het werk dat hij voor zijn plezier had gecreëerd. De vraag is of de hoekige steen van vijftien, twintig kilo, die in het bovenste deel van de sculptuur was ingebed, Daniel L. gedood heeft of niet.
Chmelík beweert dat dat ene stuk, van de honderden tonnen divers schroot die zich in Cross bevinden, dat dat ene stuk, dat Daniel L. mogelijk gedood heeft, juist niet door hem op de stalen constructie geplaatst was.
‘Er werd mij verteld dat die steen naar alle waarschijnlijkheid aan de bovenkant was ingebed. Ik probeerde dit uit te vogelen, omdat het terras dagelijks schoongemaakt wordt, de schoonmaaksters lopen erlangs, wij lopen er dagelijks langs, maar ik moet zeggen dat ik er niet achter ben gekomen of iemand zich ervan bewust was dat hij die steen daar ingebed had gezien… Die steen kwam niet van mij,’ noteerde de notuliste van de rechtbank.
Chmelík overlegde een foto waarop de constructie zonder de bovenste steen te zien was. Hij legde uit dat de steen de kabel af zou knellen en ‘dat hij niet van pas kwam.’
‘Ik heb die steen nooit gezien… Ik heb het aan de schoonmaaksters gevraagd, die … hielden vol dat daar geen steen was geweest,’ herhaalt hij. Hoe is het bewijsstuk dan op zijn constructie terechtgekomen?
Chmelík voerde aan dat een van de bezoekers van de club het erop moet hebben geplaatst.
Na hem moest biomechanicus Straus voor de rechter verschijnen. De gerechtelijk deskundige die was opgeroepen om na te gaan welke wond Daniel L. fataal was geworden. Of hij was overleden aan de gevolgen van de vechtpartij of omdat er een steen op zijn hoofd was gevallen.
‘Onacceptabel uit het oogpunt van de biomechanica!’ sprak hij uit in de rechtszaal, een zin die ik gedurende de volgende jaren als een soort echo zou horen. Hij legde uit dat het uitgesloten was dat de vechtende mannen de constructie met een hoogte van 150 centimeter neer zouden halen en de steen iemands hoofd zou raken. Hij kwam tot de conclusie dat de verwondingen waaraan Daniel L. was bezweken, veroorzaakt waren door de schoppen van Toman en doordat hij zijn hoofd tegen de constructie stootte.
De getuigen verklaarden echter dat de sculptuur wel was gevallen. Patholoog Michal Beran bracht ertegen in dat hij biologische sporen op de steen had gevonden. En dat een val van de steen ‘de oorzaak van de fatale verwonding goed verklaart’. In de vijfendertig jaar dat hij als arts actief is, heeft hij nog nooit een trap tegen het hoofd gezien die het soort letsel zou kunnen veroorzaken waaraan Daniel L. was bezweken. Misschien, hypothetisch gezien, als Toman hem herhaaldelijk getrapt zou hebben met een zware schoen met een stalen neus.
Maar Toman droeg die avond sneakers.
De rechter, zoals te lezen is in het vonnis, kwam echter tot de conclusie dat ‘professor Straus de verwondingswijze objectiever en logischer had beschreven’.
De ‘steen’ versie werd door haar geschrapt en het vonnis werd uitgesproken: 12,5 jaar.
TWIJFELS
Toman zit in zijn Indonesische cel en buigt zich over zijn dossier. Hij recapituleert, recapituleert. Hij is verontwaardigd dat Straus in de modellen die zijn schuld moesten bewijzen de lengte van beide vechtersbazen door elkaar had gehaald. Hij praatte over Daniel L. alsof hij de kleinere van de twee was. Het tegenovergestelde was waar. Daniel L. was meer dan tien centimeter langer en – zoals ook vermeld in het autopsierapport – ook aanzienlijk forser. Op het moment dat hij op de grond viel, had hij bovendien een promillage van 3,5 in zijn bloed.
‘Straus kwam met de uitslagen zonder de opdracht te kennen,’ schrijft Toman mij via messenger vanuit Bali.
Het wordt tijd om de professor te vragen naar deze discrepanties. Ik wil met hem afspreken, maar hij antwoordt schriftelijk.
‘Met betrekking tot de hierboven genoemde zaak van de veroordeelde Tomáš Toman wil ik u mededelen dat ik het rapport heb opgesteld ten behoeve van de rechtszaak. Ik heb me over de vragen uitgesproken tijdens de openbare rechtszitting. Ik wil benadrukken dat de rechtbank oordeelt over wie schuldig of onschuldig is. Ik sta achter het door mij opgestelde rapport dat gebaseerd is op mijn langdurige, experimentele werkzaamheden en ervaring als gerechtelijk deskundige. Uw vragen vind ik irrelevant,’ schrijft Straus.
Advocaat Michal Marini die, net als ik, door Toman vanuit de Indonesische gevangenis werd benaderd, vindt ze echter niet irrelevant. Ook hij is juist bezig met het dossier. Hij is geschokt. Hij is van mening dat zijn cliënt het slachtoffer is geworden van een rechterlijke dwaling, al dan niet een misdaad.
Tomáš Toman buigt zich in de cel over zijn dossier. Hij is op zoek. Op de site Rajče.cz bekijkt hij duizenden foto’s. Maar de foto die al in zijn dossier zit, is waarschijnlijk het veelzeggendst. Twee meisjes zitten voor de sculptuur en lachen naar de camera. De bovenste steen ligt op de constructie. Tamelijk scheef.